High speed oliebollen bakken

1736
De oliebollencrew, van links naar rechts: Jan Brinkman, Erwin van Andel en Steven Geerts.

Inmiddels is het een bekend adres: voor oliebollen moet je in de laatste week van december bij de Stichting Kenya Kinderen op het Gruttersplein in Epe vóór supermarkt Jumbo Van Andel zijn. Dit jaar geeft het oliebollenteam nog even extra gas van 28 tot en met 31 december. Een logistieke uitdaging met gegarandeerd succes.

Steven Geerts, Jan Brinkman en Erwin van Andel vormen samen het bestuur van de stichting Kenya Kinderen. Ieder jaar organiseert het drietal, met daaromheen een grote schare vrijwilligers, diverse acties om geld en middelen in te zamelen voor het kindertehuis in Maai Mahiu (Kenya). Soms ook gaan de acties verder dan alleen het kindertehuis, zo werd in 2019 met het project ‘Epe fietst voor Water’ geld ingezameld voor de aanleg van waterleiding, waar niet alleen het huis, maar het hele dorp van profiteert.

Compensatie
Jan Brinkman legt uit waarom dit jaar aan het eind het gaspedaal nog even extra moet worden ingetrapt. “Door het coronavirus konden we diverse acties niet door laten gaan. Dat betekent dus ook dat er minder geld binnenkomt. Ter compensatie hebben we daarom een paar extra oliebollenverkoopdagen gepland op een paar zaterdagen in november en december en met als afsluiting de verkoop op de laatste vier dagen van het jaar. Vorig jaar hebben we 25.000 oliebollen verkocht. Dit jaar gaan we voor 30.000.”

Het doel
“We hebben er zelfs een vierde bakoven voor aangeschaft. We weten van vorig jaar dat we anders deze aantallen niet kunnen realiseren. En 25.000 lijkt heel veel, maar vorig jaar hadden we er te weinig. Vandaar dat we dit jaar voor 30.000 oliebollen gaan”, aldus Erwin, die hoopt dat de uiteindelijke verkoop zo’n € 14.000 opbrengt, geld waarmee voor de 75 kinderen van het kindertehuis het schoolgeld voor een half jaar kan worden betaald. “Maar we kunnen het niet alleen. We hebben een prachtig team vrijwilligers dat ons helpt. En we betalen alleen de bakmix. Verder zijn er geen kosten. Al het geld gaat gegarandeerd naar Kenya.”

De verkoop van de oliebollen moet zo’n € 14.000 opbrengen. Met dit bedrag kan het schoolgeld voor de 75 kinderen van het kindertehuis in Maai Mahiu (Kenya) voor een half jaar worden betaald.

Het proces
En dat het geld goed wordt besteed, kon Steven met eigen ogen zien toen hij in februari met achttien vrijwilligers – allemaal op eigen kosten – in Kenya was om daar te werken aan en in het kindertehuis. “Het project loopt goed, maar we houden wel de vinger aan de pols. We willen zeker weten dat het geld goed terechtkomt”, zegt de jongste van het drietal, die door Jan en Erwin dan ook is aangewezen voor het loopwerk gedurende de oliebollenmarathon. Anders gezegd: Steven brengt de emmers met oliebollenmix over vanuit de kantine in de Jumbowinkel naar de afbakplek op het plein voor de winkel. Hij legt nog even uit hoe het proces in zijn werk gaat. “Op 28, 29 en 30 december beginnen we om 6.30 uur te bakken. We bakken door tot 12.00 uur. De kraam voor de verkoop is geopend vanaf 8.00 uur en we sluiten af nadat de laatste oliebol is verkocht. Dan zitten we er lekker in en hebben we het goede ritme te pakken om op 31 december de eindsprint in te zetten. We beginnen dan op 30 december ‘s avonds om 23.00 uur met voorbereiden om aansluitend te gaan bakken. Dan hebben we ’s ochtends als de kraam begint met de verkoop een mooi voorraadje. We bakken op oudjaarsdag door tot ’s middags ongeveer 14.00 uur. Dan zijn de emmers leeg en ook dan blijft de kraam open tot de laatste oliebol is verkocht.”

Teamwork
Al met al is het totale proces ook een logistieke uitdaging waar het drietal zich nu al op verheugt. Erwin legt uit dat er een heus team is geformeerd. We hebben twee mixers, die het beslag voorbereiden. Iedere 5 minuten moet er een emmer klaarstaan. Dan brengt Steven de emmers naar de bakkraam, waar Jan en ik de bollen scheppen. Mijn twee broers Onno en Jeroen zorgen dat de bollen op tijd gedraaid worden en uit het vet gaan. Dan hebben we nog iemand om te stapelen. Het is echt hard doorwerken. Iemand die denkt ‘Ik kom even de bakkraam inlopen om die jongens een prettige jaar wisseling te wensen’, komt er niet in. Het is volle concentratie en aan één stuk doorgaan. Na het bakken en stapelen, gaan de oliebollen naar de kraam. We hebben in Toos Huiskamp een fantastische vrijwilliger. Zij regelt al jaren een aantal vrijwilligers achter de kraam, die zorgen voor de verkoop. Dat is dit jaar een extra uitdaging, omdat we ook nog rekening moeten houden met de anderhalvemeter-regeling. Het is echt teamwork. Het moet allemaal op elkaar aansluiten, maar dat is juist het leuke. Je bent moe, aan het eind helemaal afgedraaid en je kunt geen oliebol meer zien, maar we hebben samen ook ontzettend veel lol.”

Vrijwilligers zijn van 28 tot en met 31 december volop in de weer met de verkoop van 30.000 oliebollen.

Kwaliteit
Maar zoveel bollen in zo’n korte tijd; gaat dat niet ten koste van de kwaliteit? Jan, volgens de andere twee de grootste eter met de meest verfijnde smaak: “De kwaliteit is absoluut gegarandeerd. We halen de mix bij een erkend adres. Welk adres dat is, kan ik niet zeggen, want dan gaan anderen daar ook naartoe. Twee jaar geleden hebben we een test gedaan. We hebben bij verschillende adressen hier in het dorp oliebollen gekocht en zijn daarmee de straat opgegaan om mensen te laten proeven. Onze bollen kwamen als een na beste uit de bus, maar als beste qua prijs-kwaliteit verhouding. En af en toe eet ik tijdens het bakken ook zelf een bolletje om de kwaliteit te controleren. Tenminste, als daar tijd voor is”, zegt Jan lachend, die nog een tip heeft hoe de oliebollen thuis opgewarmd moeten worden: “Twee minuutjes in de oven of in de airfryer. Niet in de magnetron, want dan worden ze taai.”

De oliebollen kunnen gedurende de bakdagen bij de kraam worden gekocht, maar voor elke dag geldt: op is op. Vooraf bestellen kan ook. Bestellijsten liggen op de broodkraam in de supermarkt Jumbo Van Andel.

www.kenyakinderen.nl

Tekst en oliebollenfoto’s: Gerrit Tenkink
Foto Kenya: Martin Hogeboom