Heerdenaar Léon Mak leverde deze zomer een opmerkelijke prestatie. Op het Europees Kampioenschap voor Jeugd Onder 20 eindigde hij als tweede op de Meerkamp. Een voortreffelijke prestatie van een talentvolle atleet met een grote liefde voor dit onderdeel van de atletiek. “Meerkamp is het mooiste wat er is. In korte tijd komen alle emoties voorbij. Je mag 5 minuten heel blij of heel teleurgesteld zijn. Niet langer, want je moet door.”
De afgelopen 2 jaar had Léon veel te maken met blessures, maar dit voorjaar kwam hij precies op tijd in vorm voor het NK, waar hij als eerste eindigde. “Ik vond het supervet dat ik naar Zweden mocht. De kwalificatie kwam precies op tijd, want je kunt maar een paar meerkampwedstrijden per jaar afwerken. Allereerst zijn er niet zoveel en daarnaast is het ook behoorlijk belastend. Omdat ik me tijdens het NK kwalificeerde, kon ik in alle rust naar het EK toewerken”, zegt Léon, die er pas na die kwalificatie achter kwam dat hij ook een serieuze medaillekandidaat zou kunnen zijn.
“In totaal waren er 32 deelnemers, maar toen ik de onderlinge resultaten ging vergelijken, zag ik dat ik op een vierde plek stond. Dan besef je opeens dat je er niet alleen bij bent voor de ‘opvulling’”, zegt de 19-jarige Heerdenaar, die er direct aan toevoegt dat de Meerkamp ook een atletiekonderdeel is met grote onzekerheden. “Er kan van alles gebeuren. Blessures, maar tijdens zo’n tweedaagse wedstrijd krijg je ook te maken met ups en downs en is het de kunst om alles ‘in het koppie’ goed te houden. Maar ik kwam wel goed aan de start. Ik had bij de trainingen een goed gevoel op de individuele onderdelen en de ‘tempo’s’ in de trainingen de weken voor de wedstrijd gingen goed. Dat is altijd een indicatie van hoe je er voor staat.”
Onbeschrijfelijk
Léon ging dus met een goed gevoel naar Zweden. De Meerkamp is een sportonderdeel binnen de atletiek, dat is verdeeld over 2 dagen en waarbij het mentale aspect een belangrijke rol speelt. Dat was tijdens het EK voor Leon niet anders. “Na vijf onderdelen op dag één stond ik op een elfde plek, maar ik wist dat mijn beste onderdelen op dag twee moesten komen. Dag twee begon ook goed en ik klom al behoorlijk in het klassement met mijn beste onderdeel ‘Polsstok’ nog voor de boeg. Toen ik vrij eenvoudig over 4.60 meter ging, nam ik samen met mijn coach een verkeerde beslissing. Ik gokte dat ik ook de 4.80 zou halen en sloeg dus de tussenliggende hoogtes over om wat rust te pakken. Mijn PR staat namelijk op 5.01. In vorige wedstrijden ging ik altijd vrij eenvoudig over 4.80 meter. Deze keer mislukte het echter drie keer achter elkaar en dus telde 4.60 meter als hoogte. Ver onder wat ik normaal spring. Ik zat er helemaal doorheen en ik kan me ook niet herinneren dat ik eerder bij een wedstrijd zo emotioneel ben geweest, omdat de twee afsluitende onderdelen, ‘speer’ en 1.500 meter normaal niet mijn beste onderdelen zijn. Maar uiteindelijk praatte mijn coach Michel Knobbe me er weer bovenop en gooide ik met speer een persoonlijk record en dat gaf moed voor de afsluitende 1.500 meter. Op dat onderdeel weet je exact waar je moet eindigen ten opzichte van de concurrentie. Ik had met mijn coach afgesproken om hard weg te gaan, om de concurrentie voor te blijven en zelf controle over de race te houden. De eerste 400 meter gingen goed, maar toen kreeg ik kramp. Dan raak je lichtelijk in paniek, maar gelukkig liep ik met een andere atleet uit Nederland. Hij wist me te kalmeren en door mijn pas iets aan te passen kreeg ik de kramp onder controle en kwam ik uiteindelijk goed over de finish. Het gevoel dat je na twee dagen heel hard werken dan een zilveren medaille hebt gewonnen is op dat moment onbeschrijfelijk.”
Persoonlijke prestaties op een rij De prestaties zoals Léon Mak ze afleverde op 19 en 20 juli op het EK in het Zweedse Boras. Het leverde hem een zilveren medaille op. 100 meter: 11.15 sec. Verspringen: 6.55 m. Kogel: 14.10 m. Hoogspringen: 1.94 m. 400 meter: 49.39 sec. 110 meter horden: 14.47 sec. Discus: 45.32 m. Polstok: 4.60 m. Speer: 55.77 m. 1.500 meter: 4.39.15 min. Puntentotaal: 7.700
Focus
Topsporter zijn is een mix tussen talent en focus. Dat het met de focus bij Léon wel goed zit is duidelijk. “Ik zal niet zeggen dat ik de meest talentvolle atleet in Nederland ben, maar ik heb wel doorzettingsvermogen. Als kind kreeg ik nieuwe spikes en opeens liep ik betere tijden. Toen ging het knopje om. De focus om jezelf steeds te verbeteren. En als je jong bent, volgen die persoonlijk records elkaar snel op, dus dan blijft het leuk.” Drie jaar geleden interviewden we Léon al eens voor de Veluwe Actief-Krant. Hij vertelde toen al dat hij topsporter wilde worden en de weg naar succes voor een groot deel bestaat uit het organiseren van een goede begeleiding en de bijbehorende sponsoring. Hij deed destijds zelfs een oproep in de krant aan sponsors om zich te melden, hetgeen opmerkelijk is te noemen voor een 16-jarige. Inmiddels zijn we 3 jaar verder en het plan dat Léon voor ogen heeft ligt op schema. “Ik volg om dit moment de opleiding Sport Marketing bij de Topsport Academie van Hogeschool Saxion in Deventer. Omdat ik maar twee dagdelen daadwerkelijk in de schoolbanken zit, heb ik ruimte en tijd om te trainen. Ik train op dit moment zes keer per week, waarbij ik twee keer per drie weken naar Zoetermeer ga voor een speciale polsstokhoog-training. Verder doe ik op zaterdag een heuveltraining in Apeldoorn en de rest train ik in Deventer bij Michel Knobbe.”
Pech
Leven als topsporter is niet altijd even makkelijk voor iemand van 19 jaar. Dat geldt ook voor Léon. “Ik let goed op mijn voeding en pak voldoende rust. Toch wil ik niet zeggen dat ik helemaal leef als een topsporter. Jezelf heel strak in een keurslijf duwen is ook niet altijd goed. Vorig jaar had ik eindexamen gedaan voor het VWO. Mijn klasgenoten gingen naar een eindexamenfeestje, maar ik wilde nog een avondje trainen, omdat ik het weekend daarna mijn NK had. En juist die avond raakte ik geblesseerd en lag ik er een half jaar uit. Een blessure, een half jaar geen wedstrijden en ook nog een leuk feestje gemist. In alle opzichten pure pech dus.”
Dromen
Komend seizoen maakt Léon de overstap naar de senioren en is alles weer anders. Hij is van mening dat hij ook in dit veld zijn weg gaat vinden. “Normaal ben je als meerkamper op je sterkst tussen 25 en 30 jaar, juist omdat het een onderdeel is waar ervaring een grote rol speelt. Mijn droom is om in 2024 deel te nemen aan de Olympische Zomerspelen in Frankrijk. En uiteraard heb je daaraan voorafgaand nog wel een paar Ek’s en WK’s, die ik heel graag zou willen meedoen.”
Uiteraard krijgt iedere getalenteerde meerkamper vroeg of laat de vraag voorgelegd of het niet tijd is om zich te specialiseren op een individueel onderdeel, want ook Dafne Schippers en Nadine Visser kwamen uit op de Meerkamp en zijn nu succesvol op gespecialiseerde onderdelen. “Ik blijf de Meerkamp trouw. De trainingen zijn gevarieerd en het is zo mooi om twee dagen op te gaan in al die verschillende onderdelen. Je leeft van onderdeel naar onderdeel. En na ieder onderdeel mag je hooguit 5 minuten heel blij of heel teleurgesteld zijn. Niet langer, want je moet door en focussen op de volgende discipline. Je moet jezelf doorlopend herpakken, weer opladen of juist rustig worden. Je gaat door alle denkbare emoties. Het is iets wat je moet gaan beheersen, maar het is het mooiste wat er is.”
Tekst en foto 2: Gerrit Tenkink
Wedstrijdfoto’s: Harry van ’t Veld en Joost Bol