Philip Hoogenraad: ‘Scout ben je niet, dat moet je worden’

1832
Vitesse-scout Philip Hoogenraad: “Sommige spelers zijn het ene jaar middelmaat en daarna ineens hét talent.”

“Scout ben je niet, dat moet je worden. Het is een ervaringsfunctie, het duurt lang voordat je het in de vingers hebt, voordat je door hebt wat het vereiste niveau is van spelers. En dan bedoel ik het hele ‘plaatje’: technisch, tactisch, mentaal. Maar man, wat is het mooi om talentjes te ontdekken.” Epenaar Philip Hoogenraad is sinds 15 jaar scout namens de Vitesse Voetbal Academie.

Soms sta je op een veldje ’s ochtends en denk je ‘Wat doe ik hier?’, maar meestal is het geweldig. Je weet nooit wat je tegenkomt”, aldus Philip Hoogenraad. Rond 2005 had hij een seizoenkaart bij AGOVV, dat in die tijd betaald voetbal speelde in de Eerste Divisie. “In het clubblad van AGOVV stond dat ze jeugdscouts zochten. Dat leek me wel wat. Je moest echt solliciteren. Een van de taken was het maken van een spelersrapport. Daar zat ik dan met ‘tig’ anderen aan de kant. Je denkt verstand van het spelletje te hebben, maar feitelijk weet je niks. Maar ik kwam door de procedure en mocht aan de slag. De voetbalacademie van Vitesse/AGOVV was toen nog samengevoegd. Aad de Mos was destijds trainer bij Vitesse.” Inmiddels is het betaald voetbal bij AGOVV ter ziele en is Philip Hoogenraad scout bij de Vitesse Voetbal Academie.”

Gereedschap
Het ‘gereedschap’ van een scout bestaat vooral uit zijn ogen en oren. Die dient hij goed de kost te geven, maar een lijst met allerlei in te vullen zaken over onder meer looplijnen, kwaliteiten in balbezit en bij balverlies is een handig hulpmiddel. “Hét talent ziet iedereen wel, maar hoe pik je die iets minder opvallende speler eruit, die wel degelijk mogelijkheden heeft? Zouden bepaalde types uit het betaald voetbal van 10 jaar geleden tegenwoordig nog worden gescout? Ik vraag het me af. Hoe dan ook: uiteindelijk zijn we als scouts slechts verkenners en geven we onze informatie door. Het hoofd scouting en de trainers bepalen of een jongen wel of niet wordt aangenomen.”

“Als scouts zijn we slechts verkenners en geven we onze informatie door.”

En dan nog: sommige spelers zijn het ene jaar middelmaat en daarna ineens hét talent. Je kunt er geen meetlat langs leggen. Neem Calvin Stengs. Hij is pas in de U13 ontdekt, dus pas op relatief late leeftijd. De ene speler staat er van jongs af aan, de andere heeft meer tijd nodig. Bergkamp was vroeger ook zo’n voorbeeld. Bij Ajax zat hij steeds in de laagste jeugdelftallen, was er vaak discussie over hem. Je weet nooit of en hoe een speler zich doorontwikkelt. De groei, letterlijk bedoel ik, heeft vaak veel invloed, soms positief, soms negatief. En spelers kunnen ‘onderweg’ van alles tegenkomen. Je moet het fysiek en mentaal allemaal maar aankunnen. Je kunt ook simpelweg pech hebben: een zware blessure of een groot talent op jouw positie voor je.”

‘Soms sta je op een veldje en denk je: ‘Wat doe ik hier?’’

Hoogenraad is het niet eens met het beeld van de ‘verwende voetballers’ zoals critici naar voren brengen. “Ik zeg je dat jonge spelers enorm veel moeten doen én laten om het betaald voetbal te halen. De meesten halen het niet. Die vinden overigens vaak wel een plek in de 2e of de 1e divisie of bij de betaalde amateurs.”

Incognito
Een scout komt altijd incognito bij een club. In die zin is het een eenzame functie. “Het heeft iets tegenstrijdigs”, zegt Hoogenraad. “Vaak weten mensen wel dat je scout bent, maar we willen geen onrust kweken, dus proberen we toch incognito te blijven. We scouten van Apeldoorn tot Heerde en van Harderwijk tot Deventer. Maar ik ben niet altijd alleen hoor. Regelmatig gaat er ook een collega mee, zeker bij een tweede beoordeling is dat prettig.”

Regiotrainingen
Vitesse besloot in 2019 te starten met regiotrainingen. Deze trainingen voorkomen dat spelertjes al op jonge leeftijd uit hun vertrouwde omgeving worden gehaald. Er heeft een pilot gedraaid bij WSV in Apeldoorn en dit seizoen zijn er namens de Vitesse Voetbal Academie regiotrainingen opgezet bij Veensche Boys, ESA (Arnhem), Theole (Tiel) en Apeldoornse Boys.

Hoogenraad: “We hadden een U8, dat is erg jong. Daarom zijn we gestart in Apeldoorn met trainingen voor de U8 en U9, de jongste jeugd. Ze krijgen twintig trainingen per seizoen om ze beter te maken, maar ze blijven wel bij hun club waar ze hun vriendjes hebben. Leo van de Kraats doet dat namens de Vitesse Voetbal Academie in Apeldoorn. We hebben dan een jaar om te kijken wat de progressie is van een speler. Dat kun je in drie keer niet zien. En een jongetje van 7 naar Papendal laten komen, werkt vaak niet. Sommigen staan stijf van de zenuwen. Hun eigen omgeving is vertrouwd, waardoor een spelertje zich beter ontwikkelt. Waarom zou je dat op zo jonge leeftijd verbreken? Laat ze wennen. Het belang van het kind staat altijd voorop.”

“Vanaf een wat oudere leeftijd, zeg U11, moet je echt het gevoel hebben ‘jij gaat het redden’. Als ze dan nog moeten instromen, is het lastig om de achterstand in te lopen. Ik ben het dan ook niet volledig eens met de stelling ‘Wat goed is komt vanzelf wel bovendrijven’. Bij de Vitesse Voetbal Academie krijgen de jongens niet alleen optimale begeleiding bij het voetbaldeel, maar bijvoorbeeld ook bij school en voeding. Als je later instroomt, is het niet onmogelijk, maar wel moeilijker om dat nog allemaal op te pikken.”

Concurrentie
Er is veel concurrentie onder de clubs. PEC Zwolle, Go Ahead Eagles, Heracles, FC Twente; ze zijn allemaal ongeveer in dezelfde regio actief als Vitesse. “We vissen allemaal in dezelfde vijver. Toch zijn de onderlinge contacten goed. En uiteindelijk bepalen de ouders natuurlijk. Geen club of buitenstaander. Het gezin moet achter de keuze staan, anders werkt het niet. En die keus is best ingrijpend. Ook de ouders moeten er veel voor over hebben. Maar het meeste komt neer op de spelertjes. Sommigen moeten al om 5 uur ’s ochtends opstaan. Ze reizen dan 2 uur en werken overdag een heel programma af, inclusief studiebegeleiding, vaak zijn ze pas om 8 uur ’s avonds terug. Dat is mentaal zwaar. Snap je nu dat de beste spelers het toch niet altijd redden?”

Goudkoorts
De koude zaterdagochtenden, de vele wedstrijden waar ‘niks valt te beleven’, de soms venijnige opmerkingen bij clubs die bang zijn dat hun beste spelers verdwijnen, de anonimiteit; je kunt je leukere functies voorstellen. Maar Philip Hoogenraad is een échte liefhebber. “Het is een soort ‘goudkoorts’. Ik vind het erg leuk om talentjes te ontdekken. Het mooiste is, dat je nooit zeker weet wat je gaat zien. Je kunt elk moment verrast worden. Daarom vind ik scouten, ook na 15 jaar, nog altijd mooi om te mogen doen.”

Tekst en foto 2: Ton Brands
Foto 1: Ella van den Berg