Het coronavirus lijkt qua ziekenhuisopnames en sterfgevallen over het hoogtepunt heen. Dat betekent niet direct dat de druk op het zorgend personeel direct afneemt. “Het blijft spannend. Het ziektebeeld is heel grillig en als we als maatschappij niet uitkijken, kan het zo weer opvlammen.”
Oud-inwoner van Epe, Marit Tenkink (26), is basisarts in het Martini Ziekenhuis in Groningen. Als arts op de cardiologie- en longafdeling en werkzaam op de spoedeisende hulp voor ‘cardio’ en ‘long’ heeft ze dagelijks te maken met binnenkomende patiënten die besmet zijn met het coronavirus. “Het ziektebeeld kan heel grillig verlopen. Dat maakt het onvoorspelbaar. Sommige patiënten voelen ook zelf niet aan hoe ziek ze zijn. Natuurlijk hebben ze de ziekteverschijnselen, zoals koorts, benauwdheid en weinig energie, maar er kan in een heel korte tijd, soms zelfs binnen uur, een levensbedreigende situatie ontstaan. Voor ons betekent dat dat je heel alert moet zijn. We hebben hier de afgelopen periode meerdere patiënten uit Brabant gekregen. Vorige week kreeg ik een man op de afdeling die vertelde over zijn kinderen en zijn vrijwilligerswerk. Hij klonk nog redelijk opgewekt. De dagen daarna ging hij snel achteruit en uiteindelijk is hij overleden.”
Schrijnend
Maar er zijn meer schrijnende gevallen, zo vertelt Marit. “Ik hoorde over een man uit Brabant die hier is binnengebracht. Zijn vrouw lag in Amsterdam en zijn zoon in weer een ander ziekenhuis. Hij kende veertien mensen in zijn directe omgeving die allemaal besmet waren met het virus. Voor die mensen staat het leven op dit moment volledig op z’n kop. Er zijn hier mensen uit Brabant overleden die afscheid moesten nemen van familie via videobellen. Dat is wel heel moeilijk. In eerste instantie natuurlijk voor de familie, maar ook voor verplegend personeel.”
‘Iedereen is optimaal gemotiveerd, ook nu nog’
Voor Marit, die pas sinds een half jaar in het Martini Ziekenhuis werkzaam is, zijn het intensieve diensten. “Op de corona-afdeling is het goed onder controle. Op de intensive care is het wel drukker dan normaal. Dus is er een tweede Intensive care bijgebouwd. Maar hier in het noorden hebben we ons beter kunnen voorbereiden. Dat is heel anders dan in Brabant waar het virus de ziekenhuizen min of meer overviel. Ons complete ziekenhuis is opnieuw georganiseerd. Dat kan ook, want er zijn bijvoorbeeld minder sportblessures en auto-ongevallen. De artsen van die afdelingen komen ons nu assisteren”, aldus Marit, die spreekt van een grote mate van saamhorigheid bij het personeel onderling. “Een paar weken geleden hing er een vreemd soort spanning, als voor een storm. We waren er klaar voor. Samen moeten we deze klus klaren. Iedereen is optimaal gemotiveerd, ook nu nog.”
Beschermende kleding
Een bron van zorg is de beschermende kleding voor het verplegend personeel. Ook in het Martini ziekenhuis is er schaarste aan mondkapjes, schorten, brillen en handschoenen. “Dat is wel een bron van zorg. Allereerst moet je heel zorgvuldig zijn bij het omkleden. Omdat ik ook op afdelingen kom waar niet-coronapatiënten liggen moet ik extra goed opletten. Je wilt natuurlijk niet zelf besmet raken, maar ook niet anderen besmetten. En elke dag liggen er weer andere mondkapjes. Gisteren lagen er opeens mondkapjes met heel grote filters, zogenaamde ffp3-maskers. En vandaag waren het allemaal weer Chinese mondkapjes. Ze zagen er wel heel erg goedkoop uit, maar het ziekenhuis test ze voor gebruik, dus ik vertrouw er op dat ze veilig zijn. Na gebruik gaan de mondkapjes in speciale containers om ze eventueel te desinfecteren voor hergebruik.”
Toekomst
Hoe het verder gaat met de werkzaamheden in het ziekenhuis is onduidelijk. “Ik werk ook op de cardioafdeling met veel patiënten met hartproblemen. Er komen nu patiënten die zeggen dat ze al langere tijd klachten hadden, maar niet durfden of wilden komen. Daar maak ik me zorgen over. Dat kan onherstelbare schade veroorzaken. Mensen met problemen moeten gewoon naar de dokter. Daarnaast worden op dit moment veel operaties uitgesteld. Ik werk zelf op de afdelingen voor acute zorg, dus voor mij speelt dat niet zo, maar ik weet dat de specialisten zich zorgen maken hoe ze straks al die achterstanden moeten gaan wegwerken.”
Over haar eigen gezondheid maakt Marit zich niet druk. “Nee, maar dat komt ook omdat ik niemand van mijn leeftijd ken die er zo ziek van is geworden dat hij of zij op de IC is beland. Ik heb wel oudere collega’s die zich daar zorgen over maken, soms over zichzelf, maar nog vaker over hun huisgenoten. Zelf let ik heel goed op bij het omkleden en ook buiten het ziekenhuis beperk ik het aantal contacten en af en toe ren ik een rondje door de stad voor wat afleiding. Ik ben gezond, ik let goed op en vertrouw op mijn lichaam. Meer kun je niet doen.”
Tekst: Roelof Dalhuizen
Foto: Tim Teunis