Het nieuwste (en vierde) deel in de reeks ‘Epe mien däärpien’ heeft als ondertitel ‘Hej ’t al eheurd?’ Epenaar Gert van den Esschert startte in 2010 met zijn regionale historische verhalenbundel. Daarna verschenen in 2013 en 2018 deel 2 en 3. De auteur heeft, net als bij de vorige boeken, tal van feiten en wetenswaardigheden verzameld. In combinatie met de honderden foto’s in zwart-wit en kleur ontstaat een uniek tijdsbeeld.
Epe mien däärpien deel 4 telt maar liefst vijftien verhalen vol regionale historie. “Het eerste verhaal gaat over Jan Veenbergen, die aan de Brinklaan een bloemenwinkel en kwekerij had”, vertelt Gert. “Hij moest samen met zijn vrouw Vrougje hard werken voor de centen. Een ander verhaal gaat over ‘De Gelderse Rakkers’. Achter die naam ging het duo Jans Gerard en Gait-Jan van Essen uit Zuuk schuil. Zij brachten in menig boerenschuur, in cafés, dansgelegenheden en op bruiloften en partijen hun muziek ten gehore. We spreken dan over de jaren ’30 tot diep in de jaren ’60 van de vorige eeuw”, aldus de Eper schrijver. “En wie kent niet de kolen- en kunstmesthandel van de aimabele Bertus Smit, op de hoek Vlijtweg-Sint Antonieweg? In zijn voorraadschuurtje verkocht hij menig mud kolen. Verder komen de geschiedenis en de vele verhuizingen van onze Dorpspomp voorbij. Het was Dirk Hendrik Pasman die de gemeente Epe de Dorpspomp in 1948 heeft geschonken”, zegt Gert, terwijl hij naar de pomp wijst ter gelegenheid van een fotosessie voor de omslag van het boek. De auteur maakt er hier op locatie én in zijn boek geen geheim van dat hij geen fan is van de huidige locatie van de dorpspomp, achter de Grote Kerk.
Aangrijpend
Even later zit hij achter zijn werkbureau en gaat hij verder in op de inhoud van het boek. “We maken dit keer ook een uitstapje naar Emst. Hier woont aan de Laarstraat al ruim twee eeuwen de familie Pijkeren. In een gesprek met Jan Pijkeren en Sientje Pijkeren-Bosch deden zij uit de doeken hoe hun boerenbedrijf zich door de jaren heen heeft ontwikkeld.” Vervolgens staat de schrijver stil bij het aangrijpende verhaal van de dood van de 7-jarige Carina van Suijdam, die voor de ogen van medeleerlingen in 1956 verongelukte bij de Anne de Vriesschool. Ook is er een hoofdstuk gewijd aan de eveneens trieste dood van de dienstplichtig soldaat Berend van Putten. Hij was gelegerd op de Vliegbasis Soesterberg en verongelukte in 1960 bij een tragisch verkeersongeval. Gert vult aan: “En dan is er nog het verhaal over Epes eerste wandelsportvereniging genaamd LIOS en komt de speelgoedwinkel van Joost Hartman voorbij. Verhalen over de Haelberg, een vergeten biljarttoernooi bij ‘De Posthoorn’, Vakantiecentrum ‘Heidebad’, de locatie Julianalaan/Prins Bernhardlaan, waar eens de geliefde huisarts Chris van Heteren woonde, de Prins Bernhardtoren en de ‘Tepel van Epe’, ofwel de Woldberg, maken het vijftiental compleet.”
Volop plannen
Net als bij zijn eerdere boeken wil Gert van den Esschert ook met dit vierde deel het historisch besef onder Epenaren bevorderen. Hij bracht weer menig uurtje door in het streekarchief van Epe, Hattem en Heerde aan het Sint Martinusplein 16 in Epe. “Na mijn pensioen heb ik meer tijd gekregen om me te verdiepen in de verhalen. Waar ik bij voorgaande boeken nog weleens behoefte had aan een adempauze, heb ik nu al volop plannen voor een vijfde deel. De eerste verhalen staan al ‘in de steigers’. Maar eerst gaan we uiteraard genieten van dit nieuwe vierde deel. Op 10 juni is de boekpresentatie bij The Readshop in Epe.”
Tekst en foto van Gert van den Esschert bij de Eper Doprspomp: Ton Brands
Historische foto’s: Privé-archieven Bert van Essen, Henk Veenbergen en Johnny Gerard